Hoe kook ik voor mijn baby
Document acties
- Moeilijkheidsgraad: uitdagend
Benodigdheden
- Een mixer/hakmachine
- Pan met dikke bodem
- Dunschiller
- Zeef
- Plastic bakjes in allerlei maten
- Diepvrieszakken met druksluiting
Stappen
-
Plan de maaltijden
In de hectische werkweek lukt het je alleen met een geoliede logistiek om iedere dag iets te maken voor je baby (en je gezin). In het ‘Receptenboek voor mijn baby’ geeft auteur Jenny Carenco goede basisregels.
1) Zorg dat je altijd een ‘noodpakket' in huis hebt: als je wekelijks een voorraad producten in huis haalt, hoef je minder vaak naar de winkel te rennen.
2) Breid recepten uit. De basis voor een babymaaltijd kan met toevoeging van andere ingrediënten dienen als maaltijd voor het hele gezin.
3) Bereid meer dan je nodig hebt. Zo kun je op avonden dat het wat drukker is, terugvallen op noodrantsoenen uit de vriezer.
4) Plan recepten voor de hele week. Zo kun je het merendeel van de boodschappen in één keer doen en recepten indelen naar de beschikbare tijd.
5) Maak op zondag een beginnetje voor de maaltijden van de komende week. Sauzen maken en invriezen, voorbereiden, etc.
-
Maak een culinaire survivalkit
Deze producten maken het een stuk makkelijker om voor je baby te koken. Haal ze daarom altijd in huis.
Bewaar in de voorraadkast in elk geval: olijfolie, (bruine) suiker, bouillonblokjes, meel, kruiden als gember, komijn en kaneel, gedroogde pruimen en abrikozen, rozijnen, pasta, griesmeel en rijst.
In het vriesvak bewaar je, in goed afgesloten diepvrieszakken, een voorraad groene kruiden (basilicum, tijm, koriander etc), rode vruchten en exotisch fruit (bosbessen, frambozen, mango), groene groenten (doperwten, spinazie, broccoli, sperziebonen) en visfilets zoals kabeljauw en zalm.
In de koelkast: melk, crème fraîche, boter, yoghurt of kwark, geraspte kaas.
In de groentela: tomaten, courgette, appels, bananen, wortelen, aardappels, sinaasappels en ander fruit van het seizoen.
-
Bepaal de juiste tijd om te beginnen met vast voedsel
Je baby kan waarschijnlijk zelf aangeven wanneer hij graag iets anders wil dan de fles, bijvoorbeeld als je merkt dat hij de fles steeds vaker weigert. Dit is ergens tussen de vier en de zes maanden. De fles blijft nog de belangrijkste voeding, maar met fruit- en groentehapjes leert de baby alvast nieuwe smaken kennen. Begin altijd met fruit en groente en vermijd allergene producten als eiwit, aardbeien of vruchten met schil. Introduceer steeds nieuwe producten en geef dit drie of vier dagen achter elkaar. Zo went je kleintje aan de smaak en past het darmstelsel zich erop aan. Kijk naar de reactie van je baby. Dwing je kind niet iets op te eten: dat kan een slechte start zijn voor de relatie met eten. Begin niet eerder dan vier maanden met vast voedsel: dan is het spijsverteringssysteem van de baby nog niet voldoende ontwikkeld.
-
4-6 maanden: maak fruit- en groentehapjes
Schil en snijd fruit als perziken, appels en peren in kleine blokjes. Zet ze half onder water en kook 10-15 minuten op halfhoog vuur. Pureer het fruit tot een gladde zachte massa. Daarbij kun je variëren met een mespuntje kaneel, het meekoken van een vanillestokje. Zoet het liever niet met suiker, want je baby went snel aan zoete smaken. Gebruik zeker geen honing: dat kan bacteriesporen bevatten die je baby ziek kunnen maken. Probeer ook combinaties, zoals appel-banaan, mango-banaan, ananas-lychee, pruimen-peren.
Groenten kook je ook zacht en pureer je met een klein beetje olie. Worteltjes kun je met wat sinaasappelsap en een snufje komijn pureren. Groente als broccoli maak je ‘interessanter’ door wat peterselie toe te voegen voor het pureren. Of, voor een zomers smaakje: sperziebonen met doperwten en basilicum. Sommige purees, zoals van bloemkool of pastinaak, kun je smeuïg maken met een klein scheutje melk of boter.
-
6-8 maanden: voor het eerst vlees en vis
Tot zes maanden blijft melk het hoofdbestanddeel van de babyvoeding, maar langzaam mag de baby ook wat vlees en vis en andere zuivel dan melk, graanproducten en vetten. 20 gram dierlijke eiwitten is overigens genoeg. Je baby zal luisteren naar zijn lichaam, dus dwing je kind niet te eten. Ook moet een kind vier tot vijf keer iets proeven voordat het aan een smaak gewend is: het is belangijker dat hij het eten proeft, dan opeet.
Vanaf zeven maanden mag het kind ei, maar begin alleen met het geel, omdat eiwit een allergische reactie kan veroorzaken. Na een jaar mag het een heel (goed gaargekookt) ei.
Stimuleer de smaakpapillen van je baby, dan zal hij later meer uitgesproken smaken waarderen. Denk bijvoorbeeld aan een puree van kip met wortel en abrikoos, aangemaakt met wat sinaasappelsap, een ragoutje van kip met courgette, broccoli en wat dragon, kalkoen met kastanje, gember en appel, kabeljauw met zoete aardappel en salie, couscous met courgette en tijm. Voeg geen zout toe: het zout uit ingrediënten zelf volstaat.
Je baby mag ook een toetje, bijvoorbeeld yoghurt met zelfgemaakte bosbessensaus.
-
Vanaf 9 maanden: echte maaltijden
Je baby heeft nu zijn eerste tandjes. Langzaam kun je voeding met kleine stukjes geven. Met groente, graanproducten en dierlijke eiwitten. Je kind kan aan tafel zitten en met het gezin mee-eten. Risotto met parmezaanse kaas en crème fraîche (die je voor de volwassenen uitbreidt met een snufje zout en kipfilet met citroen), couscous met een tajine van groenten (gebruik in het begin weinig kruiden als gember of komijn, later kun je meer toevoegen), macaroni met verse tomatensaus of broccolisoep.
-
Na 12 maanden
Als je kind geen allergie heeft, kan het nu ‘met de grote mensen’ mee-eten. Het eten kan iets grotere stukjes bevatten en je kind kan zelf zijn lepeltje vasthouden. Blijf gevarieerd koken en pas op met te veel zout en eiwitten (tot 2 jaar niet meer dan 40 gr vlees of vis per dag). Denk aan gerechten als een stoofpotje van kip met kokosmelk en jonge groenten, Italiaanse gehaktballetjes, tortellini met ricotta en groene groenten en basilicum of een visschotel met aardappelpuree.
Do's
- Geef je baby een gevarieerde voeding. Hoe meer smaken je aanbiedt, hoe meer smaken hij zal gaan waarderen.
- Tot vier jaar heeft je kind dagelijks extra vitamine D nodig voor sterke botten en tanden.
- Laat het eten altijd goed afkoelen voordat je het aan je kindje voert. Controleer altijd eerst zelf de temperatuur!
Don'ts
- Geef je baby onder één jaar geen honing en gebruik geen zout
- Begin niet vóór vier maanden met vast voedsel; het spijsverteringskanaal van je baby is nog onvoldoende ontwikkeld.
