Persoonlijke hulpmiddelen
Home » Wetenschap & techniek » Auto en motor » Hoe ververs ik de motorolie van mijn auto
4

Hoe ververs ik de motorolie van mijn auto

Document acties
  • Tijdshoeveelheid 30 minuten
  • Moeilijkheidsgraad: uitdagend
Hoe ververs ik de motorolie van mijn auto
Klein onderhoud aan je auto is niet zo ingewikkeld als het lijkt. De meeste mensen weten de peilstok van de olie wel te vinden onder de motorkap (dat gele ringetje). Olie is niet onbelangrijk voor je motor. Het zorgt voor smering en dus minder slijtage. Het zorgt voor goede afdichting zodat de motor meer kracht kan leveren. Het koelt een beetje en gaat roest tegen. De moeite waard dus om af en toe wat aandacht aan te besteden. Daar hoef je niet per se voor naar de garage. Scheelt een hoop geld. Maar zorg wel dat je netjes werkt zodat er geen olie in het milieu terecht komt.

Hoedoe door: Bastienne Wentzel

Bekijk het profiel van Bastienne Wentzel
Aantal Hoedoes: 59


Benodigdheden

  • Motorolie
  • Lapje of papiertje
  • Olieopvangbak
  • Oliegrit
  • Zeil of stuk karton
  • Sleutel die op de carterplug past
  • Nieuw ringetje voor carterplug
  • Trechter en eventueel olievul-kan
  • Eventueel nieuw oliefilter
  • Oliefiltersleutel
  • Bril en handschoenen en eventueel een overall

Stappen

  1. Check het oliepeil

    Laat de motor afkoelen als je net gereden hebt. De motorolie mag vanwege de veiligheid niet te heet zijn. Open de motorkap en pak een niet pluizend doekje. Trek aan het gele ringetje van de peilstok en trek de stok eruit. Vang hem op met het doekje en maak hem schoon. Steek hem weer terug (helemaal doordrukken). Haal de stok er na een paar tellen weer uit en kijk tot waar het oliepeil komt. Is dat tussen ‘min’ en ‘max’ dan is het goed. Onthoud waar het peil precies staat en stop de peilstok weer goed terug. Herhaal deze check zo ongeveer eens per maand of twee maanden. Blijft het peil precies hetzelfde? Dan verbruikt je auto geen olie en lekt hij ook niet.

    Staat het oliepeil meer dan een paar milimeter boven ‘max’ en is de olie echt koud? Er zit te veel olie in de motor. Haal er wat uit met een vacuümpomp. Je kunt ook alles eruit halen (zie stap 5) en een deel weer teruggieten (zie stap 7). Je kunt er ook wat uithalen met een olie-vacuümpomp. Die wordt voor buitenboordmotoren en dergelijke vaak gebruikt om olie te verwisselen en is dan ook verkrijgbaar onder andere bij zeilwinkels.

    Is het oliepeil gezakt sinds de vorige keer? Je verbruikt of lekt olie. Check onder de auto of er olie ligt of laat een nacht een stuk karton eronder liggen. Zo ja, ga naar de garage. Zo nee, vul olie bij en houd het peil regelmatig in de gaten. Zakt het snel (elke maand bijvullen), ga dan ook naar de garage. Staat het onder of op het minimum? Vul dan ook olie bij en houd het peil in de gaten.

  2. Controleer de kwaliteit van de olie

    Smeer een beetje olie direct van de peilstok op je vinger en wrijf het tussen twee vingers. Voel je fijne korreltjes? Voelt het erg plakkerig aan? Vergelijk het eens met verse olie. Is er een groot verschil? Dan is de olie oud en moet hij ververst worden. Deze beoordeling vereist wat ervaring. Doe het testje dus regelmatig. Test bijvoorbeeld de olie vlak voordat hij volgens het onderhoudsboekje verwisseld moet worden. De korreltjes zijn roetdeeltjes en slijtagedeeltjes van de motor. Het oliefilter haalt dat er deels uit maar niet alles. Het plakkeriger worden van de olie komt doordat deze erg heet wordt tijdens het rijden. Vergelijk met frituurolie, dat wordt bij gebruik ook steeds dikker. Bij een goed werkende, moderne auto en bij gemiddeld gebruik zou je zo ongeveer jaarlijks je motorolie moeten verversen. Maar dit varieert sterk per auto!

  3. Vul olie bij

    Zorg dat je weet welk type olie nu in je motor zit. Dat staat in het onderhoudsboekje.

    Bovenop het motorblok zit een grote dop met vaak het olievul-symbool (een kan met een druppel eraan). Draai die los en zet een trechter erop. Giet voorzichtig wat olie in de motor. De streepjes tussen ‘min’ en ‘max’ geven een liter aan. Vul dus niet te veel bij. Beter in twee keer. Laat de motor even draaien (halve minuut), zet hem af en controleer de peilstok. Herhaal eventueel als het peil nog niet in de buurt van ‘max’ staat.

    Welk type motorolie heb je nodig? De meeste auto’s gebruiken zogenaamde semi-synthetische of multigrade olie. Deze kun je niet mengen met volledig synthetische olie. Multigrade zegt niets over de kwaliteit van de olie. Motorolie is voor dieselauto’s en benzineauto’s verschillend. De hoogste kwaliteit die op dit moment beschikbaar is voor benzine is SJ, terwijl ook SH veel wordt gebruikt. Voor diesels is CH de beste, CD en CE wordt veel gebruikt.

    Koude olie is vrij dik, warme olie is veel vloeibaarder. De dikte van de olie heet de viscositeit. Verschillende typen motorolie hebben verschillende viscositeiten. Dit staat aangegeven met twee getallen met een W ertussen. Het eerste getal geeft de viscositeit bij lage temperaturen aan. Hoe lager het getal, des te dunner blijft de olie bij lage temperaturen. Dat is belangrijk bij het starten. In de winter is het kouder en moet het getal lager zijn. Het tweede getal geeft de viscositeit bij hoge temperaturen aan. Hoe hoger, hoe dikker de olie is bij de bedrijfstemperatuur van de motor. In de zomer moet dat getal dus vrij hoog zijn om te zorgen dat er nog voldoende smering is als de motor draait. In de winter gebruiken we in Nederland vaak 10W40, in de zomer 15W40 of als je naar warme landen gaat 20W50. Zorg dat je altijd een reserveblik olie in je auto hebt van het juiste type.

  4. Bereid je voor om de olie te verversen

    Is de olie oud en aan verversen toe? Dat kun je met wat voorzorgsmaatregelen ook zelf, al is het een vuil klusje. Werk wel schoon voor het milieu en zorg dat er niets op de grond druppelt. Leg eventueel een zeil onder de auto. Zorg dat je de oude motorolie afvoert naar een garage of naar de gemeentereinigingsdienst. Beide kost geld.

    Zorg voor een grote, zuurbestendige kunststof bak.

    Zet oliegrit klaar. Dit goedje kan olie absorberen. Je kunt het daarna opvegen. Strooi vast een laagje onder de carterpan.

    Zoek de carterpan met carterplug (kijk in het instructieboekje). Vaak het laagste punt van wat eruit ziet als een grote stalen bak onder het motorblok.

    Zoek een steeksleutel die op de plug past.

    Zorg eventueel voor een nieuw afsluitringetje voor de carterplug (los verkrijgbaar). Draai eventueel de motor een beetje warm maar niet te warm! Je krijgt dan hete olie over je handen.

    Draag rubber handschoenen.

  5. Tap de olie af

    Zet de opvangbak onder de carterpan en draai de plug los. De plug laat je gewoon in de bak vallen. Let wel op: de olie gulpt ineens in grote hoeveelheden naar buiten. Het is dus de truc om het niet over je handen te krijgen en met de sleutel de plug helemaal los te draaien. Het spettert vaak ook, dus draag een bril en bescherm jezelf en je kleding.

    Laat alles een tijd leegdruppelen, dat kan best een kwartiertje duren of langer.

  6. Verwissel het oliefilter

    Giet de oude olie in een vat en veeg de carterplug schoon. Draai de aftapplug met nieuwe ring weer goed vast.

    Je kunt nu het beste ook meteen het oliefilter verwisselen, al hoeft het niet bij elke beurt. Zet de opvangbak dan recht onder het oliefilter en zorg dat er niks naast kan druppelen (door een zeiltje en oliegrit eronder te leggen). Draai met een speciale oliefiltersleutel het filter los. Kijk in het instructieboekje welke het is. De kleinste of bruin gekleurde is vaak het brandstoffilter, de grootste of zwarte is het oliefilter. Zorg dat de olie daaruit in de bak druppelt en zet hem met de opening naar beneden in de bak. Maak de aansluiting schoon en draai het nieuwe filter er met de hand op. Geen sleutel gebruiken om aan te draaien.

  7. Vul de motor met verse olie

    Kijk in het instructieboekje hoeveel olie je ongeveer nodig hebt voor een olieverversing mét filter (of zonder als je die niet hebt verwisseld). Meet die hoeveelheid minus een halve liter af met een olievulkan of op een andere manier. Giet dat voorzichtig door een trechter in de motor. Draai de olievuldop goed dicht en controleer of er niets in het motorcompartiment slingert. Start dan de motor en laat een minuutje lopen. Zet hem af en check het oliepeil. Staat het op of net onder ‘max’? Niets meer aan doen! Staat het onder de helft? Vul nog een half litertje bij en controleer weer. Controleer het peil nogmaals nadat je een ritje hebt gemaakt.

  8. Ruim alles op

    Zorg dat je alle olieresten verzamelt en netjes afvoert, bijvoorbeeld naar de gemeentereiniging. Maak vervuild gereedschap goed schoon. Veeg delen onder de motorkap waar olie op is gekomen schoon. Dit zou bij het rijden kunnen ontbranden en gaat in ieder geval stinken. Controleer of er geen lapjes achter zijn gebleven onder de motorkap. Controleer tenslotte of het waarschuwingslampje van de olie het nog doet door het contact aan te zetten. Het lampje moet wel na enige tijd uit gaan. Zo niet, ga naar de garage. Gaat het helemaal niet aan, check eerst de zekering die erbij hoort (zie het onderhoudsboekje). Als die goed is, ga dan naar de garage.

Do's

  • Regelmatig het oliepeil van je auto controleren.

Don'ts

  • Olie lekken of morsen tijdens het verversen.
  • Te veel olie bijvullen.

Bron

Profile Autoservice

Meer uitleg