Hoe behang ik mijn kamer

Hoedoe door: Adine Faber-Versluis

Bekijk het profiel van Adine Faber-Versluis
Aantal Hoedoes: 469

Benodigdheden

• Behangborstel
• Plamuurmes (breed en smal)
• Rolmaat
• Schaar
• Schroevendraaiers
• Potlood
• Trap
• Blokkwast
• Behangtafel
• Waterpas
• Kitpistool
• Hobbymes
• Emmer
• Behangnadenroller
• Schietlood
• Acrylaatkit
• Behangplaksel
• Behang
• Voorstrijkmiddel
• Vulmiddel
• Een paar extra handen

Stappen

1. Zorg voor een goede voorbereiding

   Een goede voorbereiding is het halve werk, dat geldt zeker voor behangen. Zorg ervoor dat je voldoende materiaal in huis hebt. Bereken het totale muuroppervlak en deel dat oppervlak door de oppervlakte die op één rol zit. Meestal zit er ongeveer 5 vierkante meter op een rol. Meet alles niet te krap; zeker als er een print op het behang zit, zul je te maken hebben met snijverlies.
   
   Zit er nog behang op de muur? Verwijder dat dan eerst. Maak daarnaast gaten dicht met vulmiddel en kit eventuele naden ook goed dicht. Des te mooier de ondergrond, des te beter het resultaat.

2. Smeer de muren in

   Als de muren goed schoon zijn en er geen grote kieren meer in zitten, dan kun je ze insmeren met voorstrijkmiddel. Dit is alleen nodig bij zuigende muren, bijvoorbeeld betonnen muren of gipswanden. Het voorstrijkmiddel zorgt ervoor dat het behangplaksel - en daarmee het behang - goed hecht. Zorg ervoor dat overal voorstrijk zit. Dit moet 24 uur drogen, daarna kun je pas verder behangen.

3. Teken rechte banen af

   Vervolgens ga je aftekenen waar de banen moeten komen. Dat doe door de breedte van de baan op te meten, daar twee centimeter voor de overlap vanaf te trekken en die afstand vanuit de hoek op te meten. Zet daar een punt bij en gebruik het schietlood en de waterpas om vervolgens een rechte lijn op de muur te zetten. Eventueel kun je hier een latje bij gebruiken, zodat het makkelijker wordt om de rechte lijn te maken. Maak de potloodlijnen niet te dik, zeker niet als je een lichte kleur behang gebruikt. Dan is de kans groot dat je ze erdoorheen ziet.
   
   Als het behang straks aan moet sluiten, dan kun je de hele ruimte zo afwerken. Dat hoeft niet per se; je kunt er ook voor kiezen pas weer loodlijnen te trekken als je merkt dat je scheef gaat. Dan helpen die lijnen om weer recht verder te gaan.

4. Knip de banen

   Meet vervolgens de hoogte van de te behangen ruimte en tel hier tien centimeter bij op. Knip de banen op die lengte af. Werk je met een patroon? Meet dan de afstand tussen de patronen en zorg ervoor dat je die afstand extra afknipt. Dan weet je zeker dat je voldoende ruimte hebt om zo te schuiven, dat de patronen van de verschillende banen weer bij elkaar aansluiten.

5. Plak de eerste baan

   Smeer vervolgens de muur in met lijm. Lees voor de zekerheid nog even de verpakking om te zien of er voor de lijm speciale instructies gelden. Meestal is dit niet het geval en is het alleen een kwestie van even goed doorroeren. Werk zoveel mogelijk per baan of een paar banen, zodat je het werk eventueel af kunt breken en later voort kunt zetten.
   
   Pak de eerste baan vast en plak hem strak langs de eerste lijn die je net getekend hebt. Zorg ervoor dat je aan de kant van het plafond ongeveer 3-4 centimeter overhoudt. Als de baan erop zit, kun je met een borstel over de baan wrijven. Zo haal je de lucht achter de baan weg en voorkom je bobbels. Blijf wel steeds controleren of de baan nog recht zit. Als dat niet het geval is, moet je hem direct loshalen en weer opnieuw aanbrengen.

6. Werk de bovenkant af

   Als de eerste baan goed is aangebracht, werk je de bovenkant af. Beweeg met een schaar langs het plafond, zodat je precies een vouw krijgt bij de rand van het plafond. Haal het behang dan een stukje los en knip of snijd het netjes af. Plak het behang weer vast en ga er nog even met de borstel overheen.

7. Plaats de volgende banen

   De volgende banen breng je op dezelfde manier aan. Je kunt de banen een klein beetje laten overlappen, zodat je zeker geen kieren hebt. Als dat niet wordt geadviseerd, plaats de banen dan strak tegen elkaar. Gebruik de nadenroller om de naden goed vast te rollen.

8. Werk hoeken, naden en stopcontacten af

   De kans is groot dat er nog wat naden zijn. Die smeer je een keer extra in met lijm en zet je vast met de nadenroller. Hoeken werken hetzelfde als gewone banen, met het verschil dat je het behang bovenin een stukje in moet knippen. Knip nooit in het deel dat op de muur zit, maar alleen in het deel dat later afgeknipt of afgesneden wordt.
   
   Waarschijnlijk zullen er ook wat stopcontacten in de ruimte zijn. Die werk je netjes af door de stroom uit te schakelen, het afdekplaatje van de muur te halen en het behang over het stopcontact heen te plakken. Snijd vervolgens ter hoogte van het stopcontact het behang in en knip het gat netjes uit. Zorg ervoor dat het gat onder het afdekplaatje valt, dan zie je er later niets meer van.

9. Werk de ruimte af

   Als je overal behang geplaatst hebt, is het een kwestie van wachten; het behang moet tenminste 24 uur drogen. Het kan zijn dat je dan alsnog een luchtbelletje onder het behang ziet zitten. Als dat het geval is, snijd het dan voorzichtig in met een scherp mes. Zo kun je erachter wat lijm smeren en het weer goed vastdrukken.
   
   Ben je van plan het behang te verven? Doe dat dan met latex. Het kan zijn dat het behang gaat bobbelen, maar dat is niet erg. Zodra de latex opdroogt, trekt ook het behang weer strak.

Do's

• Werk nauwkeurig, zeker als er een print op het behang zit
• Vraag wat vrienden om hulp, dat vereenvoudigt de klus aanzienlijk
• Heb je een rol of een stuk behang over? Behang er een plak mee en maak hier met wat restjes hout of linten bijvoorbeeld een opbergrek voor tijdschriften of boeken van

Don'ts

• Begin niet zomaar met het plakken van behang, maar bewerk de muur wel goed voor

Bron

Meer uitleg

• Karwei heeft een filmpje gemaakt over behangen
• Een handige klusbeschrijving voor wie over oud behang heen wil werken