Hoe snowboard ik in een halfpipe

Hoedoe door: Noortje van Dorp

Bekijk het profiel van Noortje van Dorp
Aantal Hoedoes: 125

Benodigdheden

• Snowboard
• Halfpipe
• Lef

Stappen

1. Leer de onderdelen van de halfpipe

   Om het snowboarden in de halfpipe onder de knie te krijgen, is het handig om de onderdelen van de halfpipe te kennen. Zo kun je niet alleen de gesprekken van andere snowboarders volgen, maar kan je later ook makkelijker op internet zoeken naar uitleg voor coole trucjes. Gijs: 'Als je de basis van het snowboarden eenmaal onder de knie hebt, is het leuk om trucjes te gaan doen. Dan moet je wel weten waar je over praat; als je het hebt over 'de rand' en 'dat ding' weet niemand waar je het over hebt.'

   Het platte gedeelte bovenaan de halfpipe heet ‘deck’. De bovenrand van de halfpipe heet de ‘lip’. De ‘vert’ is het verticale, eerste gedeelte van de wand van de halfpipe. De ‘transition’ is het gedeelte van de muur tussen de ‘vert’ en de bodem van de halfpipe. De bodem, het horizontale gedeelte van de halpipe, noem je de ‘flat’.

2. Oefen met traverseren

   De eerste oefening is eigenlijk dezelfde als de eerste snowboardles: traverseren. Op één zijde/kant van je snowboard glijd je van de linker- naar de rechterlip. Je hoeft nog geen bochtjes te draaien, maar probeer wel zo veel mogelijk snelheid te maken. Dit doe je door in een rechte lijn naar beneden te gaan, zonder te roetsjen (= naar beneden slippen op je kanten). Gijs: 'Het is eng om de eerste keer vanaf het deck te beginnen, omdat je direct een flink gedeelte redelijk steil naar beneden gaat. Daarom kun je ook lager beginnen. Dit kan alleen door aan het begin van de halfpipe al lager te beginnen met traverseren.'

3. Probeer bochtjes te maken

   Heb je het traverseren onder de knie, dan kan je beginnen aan je bochtjes. Belangrijk is dat je scherpe bochten maakt (op je kanten). Afhankelijk van welke voet je voor hebt staan, zet je de heenweg in op de ene zijde van je snowboard. Bovengekomen aan de lip, maak je een bocht van 180 graden en maak je de terugweg op de andere kant van je snowboard.

4. Oefen je bochtjes heel goed

   Besteed voldoende tijd aan het oefenen van je bochtjes. Probeer iedere keer steeds hoger te gaan. Op een gegeven moment gaat het voelen alsof je gelanceerd wordt.

5. Maak bochtjes in de 'airtime'

   De lips van de halfpipe zullen je, als je je bochtjes goed maakt, een beetje lanceren. Die ‘airtime’ kan je goed gebruiken om je bochtjes te draaien. Gijs: 'Het allerbelangrijkste als je airtime gaat maken is het landen. Zorg ervoor dat je houding altijd naar voren is gericht en je niet achterover hangt. Door een progressieve houding aan te nemen, houd je controle over je board. Je houdt op deze manier namelijk druk op je voorste voet en dus de controle. Is je houding te veel naar achteren, dan kun je onmogelijk sturen en zal je onderuit gaan.'

6. Oefen de ‘alley loop’

   Je hebt voldoende basistechnieken om de sprong te oefenen die onmisbaar is in de halfpipe: de alley loop. Belangrijk bij deze sprong is dat je voldoende snelheid maakt. Begin bij de linkerlip en houd je snowboard plat als je bij de rechterlip aankomt. Als extra hulpje kan je, vlak voor je afzet, met je hand de (zij)kant van je snowboard vastpakken. Draai vervolgens 180 graden in de lucht en zorg dat je snowboard ook goed meedraait. Laat je hand los als je de rand van de halfpipe weer bijna raakt. Gijs: 'Zorg ervoor dat je snowboard plat terecht komt, zodat je kanten geen sneeuw happen.'

   Succes!

Do's

• Bouw je techniek stap voor stap op. Snowboarden in een halfpipe is niet alleen lastiger, maar ook gevaarlijker dan snowboarden op de piste.

Don'ts

• Ga niet zonder bescherming (helm) de halfpipe in. De kans dat je valt is groot.

Bron