Hoe denk ik creatief
Document acties
- Tijdshoeveelheid 7 dagen
- Moeilijkheidsgraad: uitdagend
Benodigdheden
- Uitstel van Oordeel: dankzij ons oordeel zijn we dagelijks in staat kleine en grote beslissingen te nemen. Maar met een snel oordeel of door ‘ja maar’ te roepen, geef je nieuwe ideeën geen kans om te groeien. Bij het bedenken van ideeën is het dus nodig om in de beginfase niet te oordelen.
- Creatief Waarnemen: onze waarneming is subjectief en wordt grotendeels bepaald door onze ervaring, denkpatronen en verwachtingen. Door het probleem anders waar te nemen, vind je ook andere oplossingen. Als je wisselt van focus, verandert je werkelijkheid. Stel je voor dat iets groots verandert in iets heel kleins, hoe kijkt een kind ertegenaan, of je grote held? Of gebruik eens een ander zintuig en neem het opnieuw waar.
- Vloeiend associëren met veel en verrassende alternatieven: creatief denken draait om bewust verbanden leggen met elementen die weinig met elkaar te maken lijken te hebben. Je neemt op deze manier afstand van het probleem om alternatieven te vinden en inzichten te krijgen die niet voor de hand liggen.
- Verbeeldingskracht: een levendige fantasie kan een belangrijke bijdrage leveren aan creatief denken. Oefen de verbeeldingskracht die je als kind al had, maar die vanaf je schooltijd min of meer ondergedompeld is geraakt.
Stappen
-
Formuleer het probleem
Begin met het zo goed mogelijk formuleren van het probleem. Je gaat nu dus nog geen ideeën genereren, maar de vraagstelling zelf scherper formuleren. Want als het probleem niet duidelijk is, kom je ook niet tot bruikbare oplossingen. En dat is zonde van je tijd! Eveline: “Begin met ‘Hoe kan ik/Hoe kunnen wij’… of met ‘Bedenk manieren om…’ Zo maak je het probleem concreet uitdagend. Probeer het in één zin te omschrijven.”
-
Ga naar de ideeënfase
Bedenk met een aantal mensen, maar in je eentje kan ook, zo veel mogelijk ideeën en alternatieven voor de probleemstelling. Noteer eerst de ideeën die spontaan in je opkomen en daarna de ideeën die ontstonden aan de hand van creatieve technieken. Eveline: “Deze technieken fungeren als hefboom om los te komen van onze denkpatronen, zodat we niet blijven hangen in de voor de hand liggende ideeën. Dit zijn drie technieken die je heel gemakkelijk kunt toepassen."
Lukraak voorwerp of dier
Kies een willekeurig voorwerp of dier en ga daarmee associëren. Wat zijn de eigenschappen van/associaties met het dier? Koppel een paar van deze eigenschappen terug naar de probleemstelling en kijk welke nieuwe ideeën er in je op komen.
Superheld
Kijk door de ogen van je superheld en ga na hoe deze held het probleem met zijn capaciteiten zou oplossen.
Omkering
Draai je probleemstelling eens om. Hoe kunnen we zo weinig mogelijk klanten aantrekken? Hoe zorg ik ervoor dat de relatie met mijn zoon slechter wordt? Door zo’n omkering kom je vaak op ideeën voor hoe het wel zou moeten.
-
Ga naar de kritische fase
In deze fase mag je wél je oordeel gebruiken en ga je de ideeën selecteren en keuzes maken. Eveline: “Stel criteria op waaraan de ideeën moeten voldoen. Maak daarbij ook een onderscheid tussen ideeën voor de korte termijn en voor de lange termijn."
-
Zet je ideeën om in actie
Maak aan de hand van de opgestelde criteria een selectie van de vijf beste ideeën. Eveline: “Ga met deze topvijf aan de slag en kijk of je met deze ideeën een actieplan kunt maken. Probeer hierbij de minpunten om te buigen naar positieve punten. Zoek daarna zo veel mogelijk draagvlak bij de mensen die je nodig hebt om het idee uit te voeren.”
Do's
- Sta open voor nieuwe dingen. Koop eens een ander tijdschrift of ga een winkel binnen waar je nooit komt. Of kijk een tv-programma buiten je belangstellingssfeer
- Draag altijd een klein ideeënboekje bij je waar je alles wat je invalt kunt opschrijven.
- Verander van omgeving. Als je achter je computer geen inspiratie krijgt, ga dan even wat anders doen.
- Zorg voor ontspanning. Dat verhoogt de creativiteit!
Don'ts
- Probeer niet te hard je best te doen om ideeën af te dwingen. Neem je rust om dingen te laten ‘bezinken’.
- Zeg nooit: ‘Ik ben niet creatief’, ‘Ik mag geen fouten maken’ en ‘Ja maar’.
