Persoonlijke hulpmiddelen
Home » Reizen & vakantie » Bestemmingen » De woestijn » Hoe reis ik door de woestijn
4

Hoe reis ik door de woestijn

Document acties
  • Moeilijkheidsgraad: makkelijk
Hoe reis ik door de woestijn
Schrijfster en woestijnreizigster Arita Baaijens (50) zwierf twintig winters lang door de woestijn. Meestal alleen, soms met vrienden. Soms op de rug van een kameel, maar nog liever te voet. Haar obsessie voor de woestijn had meer om het lijf dan avonturier willen zijn. Ze wilde zichzelf testen, haar grenzen voelen. Maar ook verdwijnen: opgaan in de oneindige leegte en weten hoe je jezelf daar redt. Inmiddels kent ze alle geheimen van het meedogenloze land. En als geen ander weet zij hoe je je in de woestijn hoort te gedragen. Arita Baaijens onthult 12 woestijnmanieren.

Hoedoe door: Irene Herbers

Bekijk het profiel van Irene Herbers
Aantal Hoedoes: 54


Benodigdheden

  • respect
  • geduld
  • waardigheid
  • stalen zenuwen
  • gezond verstand

Stappen

  1. Deel wat je hebt

    “Iemand die met nomaden reist, deelt alles. Vrijwel alle woestijnvolkeren kennen een geefcultuur. Van een mueslireep smul je dus niet alleen, je breekt hem doormidden en deelt hem met anderen. Alles delen is een ongeschreven woestijnwet: het is ondenkbaar dat je niet geeft.”

  2. Zorg voor de ander

    Waar weinig is, wordt voor elkaar gezorgd. In een woestijn denk je niet alleen aan jezelf, maar juist ook aan anderen. Door alles met elkaar te delen (net zoals met het geven) voorkomen de nomaden dat situaties uit de hand lopen. Neem bijvoorbeeld de koffieceremonie op het Arabisch schiereiland. Die duurt lang, heel erg lang. Dat is volgens mij zo bedoeld om geduld te betrachten. Geduld en respect zijn onontbeerlijk om samen de beproevingen in de woestijn te doorstaan. Het zijn overlevingsmechanismen en dat geldt ook voor het tonen van emoties. Die toon je niet.”

  3. Toon geen emoties

    “Nomaden maken niet gauw slaande ruzie en als ze boos zijn, zullen ze dat verbergen. Zo behoeden ze elkaar voor gezichtsverlies. Dat is functioneel. Het controleren van je emoties dient een doel: overleven. Ieder mens in een woestijn is kwetsbaar. En groepsleden moeten samenwerken, willen ze overleven. Heel emotionele mensen redden het niet in de barre woestijn. Houd daarom het hoofd koel, dat werkt wel. Iemand op expeditie die ruzie maakt, humeurig is of bazig, te direct of boos, ligt snel buiten de groep. En dat is nou precies wat je niet kunt hebben als je reist met een karavaan. Om te overleven moet je samenwerken. Of je nu wilt of niet.”

  4. Red jezelf met humor

    “Ben je toch in janken uitgebarsten, heb je de gids beledigd met je directheid of ben je tegen hem of een ander expeditielid uitgevallen? Gezichtsverlies los je alleen op met humor. Met een grap, een grol of een glimlach. In elk geval: zo indirect als mogelijk. De Nederlandse directheid uitleven tijdens een woestijnexpeditie is niet zo handig. Je dwingt er geen respect mee af en het leidt tot ergernissen die een hele groep in gevaar kunnen brengen (zie stap 8). Nomaden zijn niet recht voor de raap, zij laten kritiek achterwege of brengen het omslachtig. Dat wil niet zeggen dat ze liegen (juist niet), dat is hun cultuur. De westerse woestijnganger kan dit gedrag maar beter kopiëren. Bevalt het gedrag van een ander je niet, laat het rusten. Kun je het niet laten en heb je echt iets op te merken, dan doe je dat met humor. In elk geval verpak je de boodschap. Indirectheid werkt voor je, assertiviteit werkt tegen je. Met de Nederlandse directheid doe je jezelf de das om: die gaat geen enkele nomade begrijpen. Los alles met humor op, die taal begrijpt iedereen.”

  5. Verbrand wc-papier

    Plassen of poepen moeten we allemaal en ook daar gelden ongeschreven woestijnregels voor. Iemand die hoognodig moet, loopt van het kamp af met een kannetje water. Een eindje van de groep vandaan doe je je behoefte ook al zijn er geen struiken. Dat is in het begin best wennen, maar je kunt er vanuit gaan dat er niemand is die naar je kijkt als jij gehurkt je behoefte doet. Mannen plassen trouwens ook gehurkt en dat is aangenaam als je je als enige vrouw in een mannencultuur bevindt. Of je je grote boodschap moet schoonmaken met water in de linkerhand? “Na zoveel jaar doe ik dat nog steeds niet. Ik neem altijd wetties mee, die zijn reuze handig. Zodra ze zijn opgedroogd, verbrand ik ze meteen. Ik ben anti toiletpapier. Ik word zelfs kwaad als ik toiletpapier zie. Neem je toch toiletpapier mee, dan verbrand je het zodra je klaar bent. Of je doet het in een zakje en verbrandt het op een later tijdstip. Laat het in elk geval niet liggen, want jaren later ligt het er nog steeds. Vergeet dus niet om lucifers mee te nemen: in de wind doet zwavel het beter dan een aansteker.”

  6. Hurk niet achter die ene palmboom of struik

    Voor woestijnbewoners zijn palmbomen en struiken heilig. Ze zijn ideaal om je kamp te maken, daar ga je dus niet zitten te poepen of plassen. Arita heeft al plekken gezien waar het wemelt van het toiletpapier. Dat is een grof schandaal, je ontneemt een karavaan of expeditie de enige kans op schaduw. Wat je moet doen als je toch moet en je bent met een groep? Denk niet ‘na mij de zondvloed’, maar loop weg van het kamp, hurk middenin de woestijn en vertrouw erop dat er niemand is die naar je kijkt. Als er wel iemand naar je kijkt, dan is dat zeker geen nomade. Zij zullen dat nooit doen, neem dat maar van mij aan.”

  7. Vertrouw op woestijnbewoners

    "Echte woestijnbewoners zijn meestal prima te vertrouwen. Natuurlijk zijn er ook schurken, maar het is mijn ervaring als vrouw alleen dat de mannen echt te vertrouwen zijn. Ongewenste intimiteiten of een aanranding heb ik in de woestijn gelukkig nooit meegemaakt. Dat komt omdat nomaden hun emoties onder controle hebben en hard zijn voor zichzelf. Ze kunnen met ontzettend weinig toe, of het nu om water, eten of seks gaat. Je moet ze natuurlijk niet gaan uitdagen door onbedekt rond te lopen. Ik kleed me naar de cultuur (bedek mezelf volledig) en dat scheelt waarschijnlijk ook.”

  8. Spreek de gids niet tegen

    Een woestijngids is echt iemand. Die behandel je met respect. De beslissingen van de gids stel je niet ter discussie, want komt het erop aan, dan is er maar een persoon die uiteindelijk de beslissingen neemt en dat is hij. Heb je echt iets zinnigs op te merken, doe dat dan vol respect, maar niet op onze tactloze Hollandse eigenzinnige wijze. Daarmee schop je tegen het verkeerde been en dat is iets wat je in de grote leegte niet kunt hebben. In de woestijn kan er zoveel mis gaan. Tijdens je reis in een karavaan komen er ongetwijfeld ergernissen naar boven. Maar probeer om ze bij jezelf te houden. Reageer dus niet emotioneel. In een woestijn waar bijna niets is, ligt alles onder een vergrootglas. Conflicten zijn zo geboren omdat emoties snel groter worden dan nodig is. Waarom dat zo is? Je hebt in de woestijn geen afleiding. Je loopt, je maalt en ergernissen verworden al snel tot een mantra. Een gids moet je niet onzeker of prikkelbaar maken door zijn beslissingen openlijk in twijfel te stellen. Dat is gevaarlijk voor iedereen: als het erop aan komt, heb je zijn standvastigheid en kennis meer dan nodig.”

  9. Hang niet de vrijgevochten dame uit

    Voor vrouwen in het bijzonder heeft Arita nog een woestijnwet. Tijdens de vele woestijntochten heeft zij geleerd dat ze niet de vrijgevochten dame moet willen uithangen, want dat wordt in de woestijn niet getolereerd. Arita: “Je moet een verstandhouding opbouwen en dat doe je niet door te mekkeren, maar door te laten zien wat je in je mars hebt. Botheid wordt trouwens niet gewaardeerd. Opereer tactisch als je je zin wilt doordrijven. Bespreek wie welke rol heeft. Ik zei bijvoorbeeld tegen mijn gids: ‘Jij bent de oudste, een man, een gids en kent de woestijn als geen ander. Jij bepaalt dus hoelang we reizen en waar en wanneer we stoppen. Maar ik bepaal de doelen van deze reis, want het is mijn expeditie.”

  10. Laat het zo

    “In de woestijn verloopt alles volgens een vast ritme. Zo staat de gids als eerste op, hij maakt het vuur aan, zet koffie en thee. Daarna worden de karavaanleden wakker, ze verzamelen zich rond het vuur, drinken hun koffie of thee… Alles in de karavaan heeft zo zijn vaste plek en dat geldt voor mensen, voor rituelen en gewoontes, maar ook voor dingen. In het zand raak je gemakkelijk dingen kwijt en daarom hebben alle spullen hun vaste plek. Zo weet je altijd waar wat is opgeborgen. Dat alles zo gestructureerd en volgens een vast patroon gebeurt, dat bewijst keer op keer haar waarde. Zo functioneert het, dat is nu eenmaal zo. Als ik met groepen door de woestijn reis, is er altijd wel iemand bij die vertelt hoe iets beter zou kunnen. Ik zeg dan altijd: prima idee, maar ik laat het gewoon bij het oude. Zoals het nu is geregeld en georganiseerd, zo functioneert het, het heeft haar waarde al bewezen.”

  11. Voel je gast

    “Iedere woestijnreiziger die aankomt in een oase wordt gastvrij behandeld en opgevangen. Gastvrijheid is een recht. Nomaden reizen met weinig bagage en dat wat ze nodig hebben, krijgen ze van mensen onderweg. Wij Nederlanders vinden dat we iets tegenover gastvrijheid moeten stellen. Krijgen we een bed, eten of hulp, dan willen we iets terugdoen. In de woestijn gelden andere regels. Natuurlijk bedank je mensen, maar niet op een overdreven manier. Als ik met mijn kamelen bij een familie slaap dan geef ik thee, garen, suiker of een klein cadeautje. Blijf ik een paar dagen, dan geef ik soms wat geld: 'Koop maar iets voor de kinderen'. Op die manier accepteren mensen het geld makkelijker. Nogmaals: je mag laten zien dat je het waardeert, maar je moet niet overdrijven."

  12. Deel niks uit

    “Neem niks mee (pennen, plakplaatjes enz) om zomaar uit te delen. Mijn uitgangspunt is dat er een relatie moet zijn tussen jou en de persoon waar je iets aan geeft. Dat kan de waterput zijn, de zorg voor je kamelen, een overnachting of wat ook, maar er moet een reden zijn om iets uit te delen. Je geeft niet omdat je westerling bent, dat is zo paternalistisch.”

Bron

Arita's woestijnboeken

door Irene Herbers op 22-07-2008 17:04
• A Camel Safari Handbook (in voorbereiding)
• Desert Songs (voorjaar 2008)
• Woestijnnomaden (2005)
• Oase Farafra (1998)
• Een regen van eeuwig vuur (1993)

Interessant interview met Arita

door Irene Herbers op 22-07-2008 17:08
Hoe overleeft een Nederlandse vrouw in haar uppie de woestijn? Lees het interview met Arita in het boek 'Hoe reis ik solo?' van Irene Herbers. In het artikel 'Leven op de toppen van je kunnen' beschrijft Arita hoe zij omgaat met ongemakken als: pijn, eenzaamheid, paniek, angst enz.
Hoedoeners in de spotlight
Renate Boogvrouw
Lid sinds: 11 april 2008
Aantal Hoedoes: 15
Petra Megens
Lid sinds: 9 juni 2008
Aantal Hoedoes: 17
Susanne Biemans
Lid sinds: 14 mei 2008
Aantal Hoedoes: 9
Wil je ook schrijven voor Hoedoe?
Meld je aan!