Persoonlijke hulpmiddelen
Home » Natuur & milieu » Dieren » Paarden » Hoe verzorg ik een paard
4

Hoe verzorg ik een paard

Document acties
  • Tijdshoeveelheid 2 uren
  • Moeilijkheidsgraad: uitdagend
Hoe verzorg ik een paard
Om helemaal zelf voor een paard te kunnen zorgen heb je wel wat ervaring nodig. Anders kun je beter eerst een tijdje op een manege meewerken of iemand anders met de verzorging van zijn paard helpen. Léonne van der Weegen, gediplomeerd paardenverzorgster: ‘Veel mensen die een paard kopen beseffen niet wat er allemaal bij komt kijken. Ze schrikken als de eerste rekeningen van de hoefsmid en de dierenarts op de mat vallen. Je bent pas aan een eigen paard toe als als je weet wat het betekent om er ook op een verregende winterdag naar toe te moeten om hem beweging te geven!’

Hoedoe door: Erik Weijers

Bekijk het profiel van Erik Weijers
Aantal Hoedoes: 42


Benodigdheden

  • Paard of pony
  • Wei of stal
  • Borstels en hoevenkrabber
  • Kruiwagen en riek
  • Emmers
  • Goed gevulde portemonnee

Stappen

  1. Zorg voor huisvesting

    De meeste paarden hebben genoeg aan een wei met beschutting. Een groepje bomen of een schuilstal beschermen niet alleen tegen wind en regen, maar ook tegen de brandende zon. Een groot stuk grond kun je het beste in twee stukken verdelen. Je paard kan op het ene stuk grazen, terwijl het gras op het anders stuk de kans krijgt om te groeien.

    Een groot paard heeft een stal van minimaal 3,5 bij 3,5 meter nodig. De stal van een pony mag natuurlijk kleiner zijn. Zorg dat je paard ook op stal altijd voldoende frisse lucht heeft, maar voorkom dat er tocht ontstaat.   

    Léonne van der Weegen: ‘Als je regelmatig op je paard wilt rijden, is het handig hem in het najaar op stal te zetten. Zo voorkom je dat hij een dikke wintervacht krijgt, die maar moeilijk opdroogt als hij tijdens het rijden gezweet heeft.’

  2. Verwijder mest

    Staat je paard in een stal, verwijder dan iedere dag de verse drollen. Zorg voor een droge bodem door extra stro of houtkrullen op de natte plekken te leggen. Haal tenminste één keer in de week met een kruiwagen en riek de hele stal leeg en verdeel dan een hele baal stro of een zak houtkrullen over de bodem. De stalbedekking moet zo dik zijn dat je paard zich niet kan bezeren als hij gaat liggen.

    Léonne van der Weegen: ‘Veel mensen denken dat ze zich niet om de mest hoeven te bekommeren als hun paard in de wei staat. Toch is het raadzaam om ook dan af en toe de drollen te verwijderen. Zeker als er meerdere paarden in één wei staan, is dit beter voor het gras en verklein je de kans op een wormeninfectie.’

  3. Poets je paard

    Een paard borstel je niet alleen om hem mooi te maken met een glanzende vacht, maar ook om zijn huid gezond te houden. Je kunt je paard het beste poetsen vlak voor je gaat rijden. Begin met een rubberen rosborstel om het vuil in de vacht los te maken, behalve op het hoofd en de benen. Met een ronddraaiende beweging werkt de rosborstel het beste en stimuleer je meteen de bloedsomloop van je paard. Pak daarna een harde borstel waarmee je het vuil uit de vacht borstelt en van de benen verwijdert. Tenslotte gebruik je een zachte borstel voor de laatste restjes vuil en het hoofd van je paard.

    Léonne: ‘Tegenwoordig heb je allerlei soorten glansspray bij de paardensportzaak om je paard te laten glimmen. Maar een wollen doek geeft hetzelfde resultaat.’

    Vergeet nooit om de hoeven uit te krabben voor je gaat rijden: Als er scherpe steentjes in de hoeven zitten kan je paard kreupel worden. Alleen als je paard bij slecht weer buiten in de wei staat, kun je hem beter niet te vaak borstelen. Zo blijft de vetlaag op zijn huid intact.

  4. Voer je paard

    Het is verleidelijk je paard in één keer heel veel eten te geven, zeker als je weinig tijd hebt. Maar je paard zal niet begrijpen dat hij hier de hele dag mee moet doen en het waarschijnlijk meteen naar binnen schrokken. Omdat een paard een kleine maag heeft is het beter hem vaak kleine beetjes te geven. Een paard dat buiten staat en weinig werk doet, heeft voldoende aan gras. Als de wei kaal wordt, kun je hem bijvoeren met hooi, kuilgras, brood of wortelen. Maak stoffig hooi eerst nat.

    Alleen paarden die intensief bereden worden, hebben een paar kilo krachtvoer per dag nodig. Hoe gevarieerder het dieet, hoe beter het is voor je paard.

  5. Zorg voor beweging

    Ieder paard heeft dagelijks beweging nodig, ongeacht het weer. Als je geen tijd hebt om iedere dag te rijden, kun je het paard het beste een paar uur in de wei zetten. Op die manier voorkom je ook dat je paard al zijn extra energie er meteen uitbokt als jij net een ontspannen ritje wilt gaan maken.

  6. Houd je paard gezond

    Het inwendige paard houd je gezond door hem voldoende en gevarieerd te voeren. Een ontwormingskuur geef je een paar keer per jaar om te voorkomen dat de darmen van je paard geïnfecteerd worden door wormen. Léonne van der Weegen: ‘Als je de ontwormingspasta door het voer mengt, heb je een grote kans dat je paard deze maaltijd liever overslaat. Het is beter de tube met de pasta rechtstreeks achter op de tong te spuiten. Geef je paard daarna een appel of worteltje om van de vieze smaak af te komen.’ Als je paard met meerdere soortgenoten in één wei staat, is de kans op een wormeninfectie het grootst en heeft hij vaker een kuur nodig.

    Bespaar geen geld op de hoefsmid. De hoeven van een paard moeten iedere twee maanden bijgekapt worden om scheuren in de hoef en een verkeerde beenstand te voorkomen. Rijd je regelmatig over de verharde weg, laat de hoefsmid dan hoefijzers onder slaan.

    Twijfel je aan de gezondheid van je paard, aarzel dan niet om een dierenarts te bellen. Veelvoorkomende aandoeningen zoals kreupelheid of koliek (verstopping van het spijsverteringskanaal) gaan niet vanzelf over. Hoe langer je wacht, hoe duurder de rekening van de dierenarts uiteindelijk zal zijn.

  7. Bedenk dat een paard geen mens is

    Anders dan de paardensportwinkels je willen doen geloven, heeft een paard niet zo heel veel nodig om een ‘paardwaardig bestaan' te hebben. Schoon water, beweging, voer, beschutting, gezelschap en frisse lucht is alles wat ze echt nodig hebben. Léonne van der Weegen: ‘Bedenk dat je paard geen mens is. Als jij het koud hebt, wil dat nog niet zeggen dat je paard het liefst met dekens op zijn rug naar zijn stal gaat. Waarschijnlijk heeft hij liever de ruimte en het gezelschap van andere paarden dan dat jij hem de hele dag op stal knuffelt. Hoewel een knuffel natuurlijk ook geen kwaad kan!’

Do's

  • Voeg een handje lijnzaad toe aan het voer - wel eerst koken - en de vacht van je paard gaat vanzelf glanzen
  • Zet je paard bij andere paarden in de wei
  • Smeer 's winters de hoeven van je paard in met hoefteer: zo voorkom je dat ze te zacht worden

Don'ts

  • Je paard verwennen met suikerklontjes: slecht voor tanden én manieren
  • Een paard kopen als je nog niet zeker weet dat je iedere dag voor hem wilt zorgen!

Bron

Léonne van der Weegen, gediplomeerd paardenverzorgster en filosofe

Meer uitleg