Persoonlijke hulpmiddelen
Home » Sport & spel » Paragliding » Hoe leer ik veilig paragliden

Hoe leer ik veilig paragliden

Document acties
  • Tijdshoeveelheid 2 dagen
  • Moeilijkheidsgraad: goed te doen
Hoe leer ik veilig paragliden
Altijd al willen vliegen als een vogel? Dan is paragliding jouw sport. Paragliding heet ook wel schermvliegen. Dat woord zegt precies wat het is: je vliegt aan een scherm. Het scherm lijkt een beetje op een parachute maar heeft veel betere vliegeigenschappen en is veel beter bestuurbaar. Daardoor kun je bij goede weersomstandigheden uren in de lucht blijven, genieten van het uitzicht en van de vogels die met je mee cirkelen. De eerste beginselen van het paragliden of parapente zijn niet moeilijk te leren. Iedere gezonde volwassene kan het leren.

Hoedoe door: Bastienne Wentzel

Bekijk het profiel van Bastienne Wentzel
Aantal Hoedoes: 59


Benodigdheden

  • Gezond lijf
  • Enige conditie
  • Stevige hoge schoenen
  • Stevige vrijetijdskleding
  • Vlieguitrusting (te huur)

Stappen

  1. Bedenk wat je wilt leren

    Natuurlijk wil je leren vliegen. Daarom kies je voor paragliding, of parapente of schermvliegen. Allemaal termen voor dezelfde sport. Maar er zijn veel manieren om te vliegen met een scherm. Je kunt in de (Nederlandse) duinen vliegen op de opwaartse wind van zee, het zogeheten soaren. Je komt niet hoog maar met wat ervaring kun je lang in de lucht blijven. In Nederland kun je ook liervliegen. Daarbij word je vanaf een weiland aan een kabel omhoog getrokken, net als met zweefvliegtuigen gebeurt. Met verschillende technieken kun je hoogtes tot wel 1000 meter bereiken en soms ook uren in de lucht blijven. Ten slotte kun je leren bergvliegen, uiteraard niet in Nederland. Relatief dichtbij huis kan dat in het Sauerland, maar de hogere bergen van Oostenrijk, Zwitserland, Frankrijk en Italië zijn spectaculairder. Uiteraard wordt in andere werelddelen ook volop gevlogen.

    Voor al deze varianten geldt dat je niet zelfstandig mag vliegen als je geen brevet op zak hebt, een vliegvaardigheidsbewijs dus. Vliegen moet je dus eerst leren, net als autorijden.

     

  2. Zoek een betrouwbare vliegschool

    Paragliding kun je niet op eigen houtje leren, daar heb je een goede instructeur bij nodig. In Nederland zijn op dit moment ruim zestig instructeurs die erkend zijn door de Koninklijke Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart (KNVvL). Ze zijn allemaal aangesloten bij een erkende vliegschool. Hun contactgegevens kun je vinden op de website van de  KNVvL. Deze instructeurs zijn de enigen die les mogen geven in het paragliden, of het nou aan de lier in Nederland is of in de bergen in het buitenland. Ze worden vaak bijgestaan tijdens de lessen door hulpinstructeurs. In het buitenland kun je natuurlijk naar een buitenlandse vliegschool gaan. De meeste landen hebben een vergelijkbaar systeem van erkende instructeurs. Zoek ter plaatse uit wie betrouwbaar is.

  3. Leer de theorie

    Het kan geen kwaad eerst wat theorie te leren voordat je daadwerkelijk gaat vliegen. Het beste kun je daarvoor een theorieavond volgen bij je vliegschool. Je kunt ook beginnen met het Handboek Schermvliegen te lezen. Dit is tevens het theorieboek dat hoort bij het theorie-examen dat je moet afleggen als je brevet 2 wilt halen. Dat is het brevet dat je nodig hebt om zelfstandig te mogen vliegen.

  4. Volg een introductieweekend

    Wil je graag eens uitproberen wat paragliden is maar niet meteen een hele cursusweek volgen? Dan is een introductieweekend bijvoorbeeld in het Sauerland (Duitsland) heel geschikt. Je leert in twee dagen een beetje theorie, de beginselen van het opzetten van je scherm en het starten. In de meeste gevallen maak je al snel je eerste korte vluchtjes, afhankelijk van of het weer meewerkt natuurlijk. In een weekend zal blijken dat paragliden niet moeilijk is om te leren!

  5. Leer starten

    Of je nu wilt soaren, liervliegen of bergvliegen, alles begint met de start. Daarbij is het de kunst je scherm boven je hoofd te laten vliegen terwijl jij op de grond blijft staan. Alle vliegcursussen starten met oefeningen om dit onder de knie te krijgen. Met wat tips van ervaren vliegers kun je dit onderdeel ook prima zelf oefenen. Zolang je niet van de grond komt mag je dit namelijk zonder brevet doen. Daarom heten het ook wel grondoefeningen. Zoek op internet een tweedehands scherm, ook wel soarscherm genoemd, met een harnas. Dat kost een paar honderd euro. Zorg dat je een goede helm hebt, liefst een vlieghelm. Een skihelm voldoet voor de grondoefeningen ook. Draag hoge schoenen ter bescherming van je enkels en, als het koud is handschoenen. Wacht op ongeveer windkracht 3, zeker niet hoger. Ga naar het strand of naar een groot open veld zonder bomen langs de rand. Vraag voor de eerste keer aan ervaren vliegers hoe je je scherm aankoppelt en opzet. Oefen daarna zo vaak mogelijk.

  6. Leer landen

    Tijdens de introductiecursus maak je de eerste dagen een paar korte vluchtjes van een paar seconden, waarbij je zo'n tien tot vijftien meter in de lucht hangt. Daarbij word je door de instructeur met een radio begeleid. Hij zorgt ook dat je weer netjes landt met beide benen op de grond. Landen kun je alleen maar leren als je ook vliegt dus voor dit onderdeel moet je een cursus volgen. Starten en landen zijn de meest risicovolle fases van je vlucht. Dat komt doordat je dicht bij de grond zit. Gaat er iets mis met het scherm dan is er geen tijd meer om dat te herstellen, terwijl dat hoog in de lucht nog wel kan zonder dat je neerstort. Onderschat de start en landing dus niet!

  7. Haal je brevet

    Tijdens de eerste cursusweek leer je alles voor brevet 1. Het behalen van dit brevet bewijst dat je kunt starten en landen, dat je vijf hoogtevluchten (hoger dan 300 meter) hebt gemaakt en dat je de basistheorie beheerst. Je hoeft geen examen te doen in theorie of praktijk tenzij je vliegschool dit voorschrijft. Brevet 1 geeft je dan ook nog geen recht om zelfstandig te vliegen.

    Daarvoor moet je Brevet 2 halen, zowel voor het lier- als het bergvliegen. Je volgt enkele cursusweken (ongeveer drie, afhankelijk van de omstandigheden) waarin je in totaal minimaal veertig hoogtevluchten maakt. Je voert onder begeleiding van je instructeur een aantal bijzondere manoeuvres uit in de lucht. Als hij of zij jouw vliegkwaliteiten voldoende vindt krijg je je luchtwaardigheidsbewijs. Ondertussen haal je je theorieexamen bij de KNVvL. Heb je beide binnen, dan kun je je Brevet 2 aanvragen en ben je zelfstandig piloot.

     

  8. Leer veilig vliegen

    Hoewel je tijdens de vliegcursussen van alles leert over veilig vliegen en oefeningen doet om gevaarlijke situaties te voorkomen en het hoofd te bieden, kan het geen kwaad om de belangrijkste veiligheidsmaatregelen op een rij te zetten. Vliegen is wat betreft aantal en ernst van ongelukken niet gevaarlijker dan motorrijden. Onthoud wel dat de meeste ongelukken een gevolg zijn van het handelen van een piloot en dus niet voortkomen uit falen van het materiaal. Je kunt zelf veel doen voor je eigen veiligheid en die van anderen. Hier een paar tips:

    • Start paragliden met een introductiecursus door een goede instructeur.
    • Leer vliegen met een beginnersscherm.
    • Maak altijd je beenbanden vast als je je harnas om hebt, ook als je niet de intentie hebt om te gaan vliegen. Starten zonder beenbanden kan dodelijk zijn, de routine van het vastmaken maakt het vliegen veilig.
    • Draag altijd een helm.
    • Vind een goed landingsgestel: stevige bergschoenen of speciale paragliding-boots.
    • Vraag aan lokale experts of de omstandigheden goed zijn om te vliegen
    • Leer geduld te hebben: "It's better to be on the ground wishing you were in the air; than in the air wishing you were on the ground!"

     

Do's

  • Volg een introductieweekend om de smaak van het vliegen te pakken te krijgen.
  • Maak een tandemvlucht als je een keer wilt voelen hoe het is om als een vogel te vliegen.

Don'ts

  • Jezelf leren vliegen. Illegaal en levensgevaarlijk.
  • Denken dat je met hoogtevrees niet kunt paragliden. De meeste mensen met hoogtevrees hebben daar aan een scherm geen last van.

Bron

Meer uitleg