Persoonlijke hulpmiddelen
Home » Mode & uiterlijk » Uiterlijke verzorging » Haar » Hoe kies ik het juiste kapsel uit
5

Hoe kies ik het juiste kapsel uit

Document acties
  • Tijdshoeveelheid 2 uren
  • Moeilijkheidsgraad: uitdagend
Hoe kies ik het juiste kapsel uit
Het juiste kapsel kiezen is lastig. Wat bij de één prachtig staat, kan er bij de ander helemaal niet uitzien. Of een kapsel bij je past heeft hoofdzakelijk te maken met de vorm van je hoofd. Loop dus niet zomaar met een plaatje van het kapsel van je favoriete celebrity naar de kapper, maar lees eerst de tips van topstylisten Tom Sebastian en Leco van Zadelhoff en kijk aan de hand van onderstaande stappen of dat kapsel eigenlijk wel bij je past! Je kapsel geeft namelijk ook uitdrukking aan je persoonlijkheid.

Hoedoe door: Adine Faber-Versluis

Bekijk het profiel van Adine Faber-Versluis
Aantal Hoedoes: 469


Benodigdheden

  • Spiegel
  • Kritische blik
  • Een goede kapper of hairstylist
  • Oogpotlood of lippenstift
  • Kam
  • Tijdschriften
  • Schaar
  • Vel papier
  • Lijm

Stappen

  1. Bepaal met behulp van een spiegel je gezichtsvorm

    Eén van de belangrijkste elementen in het kiezen voor het juiste kapsel is de vorm van je gezicht. We onderscheiden hier de vijf meest voorkomende gezichtsvormen, met elk hun unieke elementen. Kam je haren strak naar achteren en gebruik het oogpotlood of de lippenstift om de contouren van je gezicht over te tekenen op de spiegel. Vergelijk de getekende vorm met onderstaande omschrijvingen en bepaal jouw gezichtsvorm.

    Ovaal: je kaaklijn is iets smaller dan de breedte van je gezicht ter hoogte van je slapen
    Vierkant: je hebt een brede en hoekige kaaklijn, je jukbeenderen en voorhoofd zijn even breed
    Rond: je hebt een vol gezicht met een ronde kin en haarlijn en je gezicht is het breedst ter hoogte van je wangen en oren
    Rechthoek: je hebt een lang gezicht waarbij de kaaklijn ongeveer even breed is als je voorhoofd, verder heb je een hoog voorhoofd en een vrij smalle kin
    Hartvorm: je gezicht is ter hoogte van je slapen het breedst en versmalt richting de kin

  2. Maak een inspiratiebord met aansprekende kapsels

    Hoewel het er misschien op lijkt, is het kiezen van het juiste kapsel geen pijlenspelletje, waarmee je de pijlen volgt en als vanzelf op het ideale kapsel uitkomt. Bij één gezichtsvorm passen (gelukkig) meerdere kapsels, dus je hebt de keuze. Weet je niet zeker wat je nu eigenlijk wilt? Pak dan een stapel tijdschriften en knip hier afbeeldingen uit van celebrities met kapsels die jij mooi vindt. Verdeel ze in de groepjes ‘casual’, ‘gewoon’ en ‘chic’ en plak die groepjes bij elkaar op het vel. Dit vel geldt als je inspiratiebord. Kijk of je aan de hand van dit inspiratiebord één bepaald kapsel kunt kiezen dat je helemaal aanspreekt.

  3. Kijk welk kapsel bij je levensstijl past

    Je levensstijl is ook belangrijk om mee te wegen in de keuze voor je kapsel. Als je er een sportieve levensstijl op na houdt, dan kun je waarschijnlijk minder goed uit de voeten met een bos lange, weelderige krullen. Bovendien staat een kort koppie dan ontzettend pittig! Kijk ook of er een bepaalde stijl gewenst is op je werk. Zo is het handig als je je spikes voor die speciale vergadering ook gewoon in een nette, gladde coupe kunt transformeren.

  4. Sta even stil bij je lichaamsbouw

    Ook je lichaamsbouw heeft invloed op hoe een kapsel je staat. Sta hier dus even bij stil. Als je vrij vol bent, dan kun je wel wat meer volume gebruiken. Als je heel petit bent, moet je hier echter weer mee uitkijken.

  5. Beoordeel je basismateriaal

    Je haartype is je basismateriaal en daarmee het belangrijkste uitgangspunt. Leco van Zadelhoff, topvisagist en hairstylist, bekend van de Leco-look: ‘Een van de belangrijkste regels bij het creëren van een haarstijl is: kijk naar je ‘basismateriaal’. Als je heel fijn haar hebt, kun je nu eenmaal geen Pocahontas-haar tot in je knieholtes laten groeien. Met dik, zwaar haar kun je weer andere dingen beter niet doen. Wees kritisch ten opzichte van jezelf en kijk wat de reële mogelijkheden zijn.' Heb je dik of fijn haar, of krult het juist hard? Is je haar snel vet, of juist weer erg droog? Als je fijn haar hebt, dan past een kapsel met laagjes goed: je haar lijkt dan vol. Als je haar droog is, vermijd dan kapsels waarvoor je de föhn moet gebruiken; hier droogt je haar meer van uit. Als je toch de föhn wilt gebruiken, lees dan de hoedoe ‘Hoe behandel ik droog haar’ goed.

  6. Ga voor een 'stylable' kapsel

    Wat de kapper doet, kun jij thuis ook doen. Houd er alleen rekening mee dat het jou in de eerste instantie minimaal twee keer zoveel tijd kost. Door veel te oefenen, wordt de tijd die jij ervoor nodig hebt ook steeds korter. Kies dus niet een kapsel op basis van de tijd of vaardigheden die je nodig hebt voor de styling ervan. Kijk wel hoeveel tijd je ongeveer kwijt wilt aan de styling; sommige kapsels vereisen zelfs mét ervaring een half uur föhnen en  het kan zijn dat je die tijd niet hebt. Tom Sebastian, eveneens topvisagist en hairstylist, heeft echter wel een tip: ‘Gebruik de juiste verzorgingsproducten. Hiermee maak je het stylen een stuk makkelijker.’

  7. Verrijk je nieuwe coupe met een kleur

    Bij een nieuw kapsel hoort in sommige gevallen ook een nieuwe haarkleur. Zo kun je een trendy kort koppie wat extra jeu meegeven door een paar plukken in een felle kleur te verven. Ook kun je lang haar meer diepte geven door bijvoorbeeld highlights of lowlights aan te brengen. Ook je nieuwe haarkleur pas je aan op je gezicht. Leco van Zadelhoff: ‘Welke soort kleur en nuance bij jou het mooist zijn, hangt onder andere af van je teint. Wat valere huidkleuren bewijs je geen dienst met koele tonen in het haar, omdat die het effect verder versterken, maar wel met warme tonen, die de huidkleur levendiger maken. Een gezicht met een koele maar gezonde uitstraling kan echter wél goed een koele tint in het haar hebben.’

  8. Maak gebruik van de variatiemogelijkheden van je kapsel

    Als je eenmaal het kapsel van je dromen hebt, hoef je je haar natuurlijk niet altijd op die manier te dragen. Variëren is het sleutelwoord! Als je lang haar hebt kun je bijvoorbeeld afwisselen tussen je haar los dragen of opsteken. Met kort haar kun je minstens evenveel kanten op: strijk het eens helemaal glad voor een chique look, of gebruik wat wax om het alle kanten op te zetten.

  9. Voer regelmatig onderhoud uit

    Als je eenmaal hét kapsel gevonden hebt, dan moet je er natuurlijk voor zorgen dat het er goed uit blijft zien. Onderhoud aan je kapsel bestaat niet alleen uit het regelmatig bezoeken van een kapper, maar ook uit het gebruiken van de juiste verzorgings- en stylingproducten. Je kapper kan je advies geven over goede producten die bij jouw haar en haarstijl passen. Dit wil echter niet altijd zeggen dat je direct de dure flessen uit de salon aan moet schaffen. Vraag gewoon naar waar je op moet letten en ga met je lijstje naar de drogisterij. Daar kun je overigens ook de verzorgings- en stylinglijn van een aantal bekende kappers vinden!

Do's

  • Vraag een kapper of hairstylist naar zijn of haar mening en laat je verrassen
  • Neem wat plaatjes mee ter inspiratie; je hoeft niet als kopie van een celebrity de deur weer uit te lopen

Don'ts

  • Hoe graag je een bepaald kapsel ook wilt; als het je niet staat kun je beter een variant vinden die je wél staat
  • Kies bij de kapper niet voor een kapsel dat je zelf niet meer kunt reproduceren. Je kunt beter een saai kapsel hebben dan een kapsel dat er alleen goed uitziet de dag nadat je bij de kapper bent geweest

Bron

Boek Het Haarboek van top-visagist en hairstylist Leco van Zadelhoff, Els Loesberg, 1999.

Meer uitleg