Persoonlijke hulpmiddelen
Home » Natuur & milieu » Achtertuin » Hoe plaats ik een waterval in mijn vijver

Hoe plaats ik een waterval in mijn vijver

Document acties
  • Tijdshoeveelheid 2 dagen
  • Moeilijkheidsgraad: goed te doen
Hoe plaats ik een waterval in mijn vijver
Water in de tuin heeft iets. Daarom zijn de meeste mensen dol op vijvers. Nog leuker is het om water door de tuin te laten stromen. In de vorm van een waterval bijvoorbeeld. Behalve voor je eigen genot heeft een waterval ook toegevoegde waarde voor de vijver; door de watercirculatie stijgt het zuurstofgehalte in het water wat het leven in de vijver ten goede komt. Moeilijk is het plaatsen van een waterval niet, zolang je maar de juiste stappen volgt.

Hoedoe door: Merel van der Lande

Bekijk het profiel van Merel van der Lande
Aantal Hoedoes: 50


Benodigdheden

  • Kunststof buis
  • Tyleenbuis
  • Stroomkabel
  • Beschermmat van vilt
  • Vijverfolie
  • Betontegels 50x50x5 cm
  • Gebroken trottoirtegels
  • Tegel 40x40 cm
  • Basaltkeien
  • Rond (!) grind zonder scherpe punten
  • Pomp
  • Tuinbouwvliesdoek
  • Vijveraarde
  • Grof rivierzand of fijn acquariumgrind
  • Waterplanten
  • Schop

Stappen

  1. Bepaal de plek

    Zoek, voordat je begint, een mooi plekje voor de waterval. Je legt ‘m immers niet alleen aan voor het rustgevende geluid, maar ook omdat je ernaar wilt kunnen kijken. Zorg dus dat je zowel vanuit de tuin als vanuit het huis een mooi uitzicht hebt op de waterval.

  2. Maak de oorsprong

    De oorsprong is het begin van de waterval. Maak van zand (bijvoorbeeld de uitgegraven grond van de vijver) een goed aangestampte zandheuvel op de door jou gewenste hoogte. Houd daarbij rekening met het geluid van vallend water. Een waterval van 80 cm hoog is tot 50 meter verderop hoorbaar. Hoe gezellig het ook lijkt, als je net een goed gesprek hebt, kan dat behoorlijk irritant zijn. Zorg ook dat de zandheuvel naar onderen toe breed uitloopt zodat de heuvel later niet bezwijkt onder het gewicht van het water. Leg direct een kunststof buis aan naar het bovenste punt van de waterval, waardoor het stroomsnoer en de tyleenbuis worden geleid. Mocht er een storing ontstaan dan kun je het snoer of de waterbuis heel gemakkelijk vervangen door een nieuwe, zonder te hoeven graven. Als fundering kun je een betontegel verticaal ingraven. Eventueel kun je de wanden van de heuvel verstevigen met cement of een houtconstructie. Maak de bovenkant van de heuvel tenslotte plat en waterpas.

  3. Kies de bron

    Hoe het water uiteindelijk naar boven komt, is een kwestie van smaak. Je kunt op het waterpas gemaakte stuk een stenen bak metselen (let op dat je een verlaging in de rand aanbrengt voor de uitstroom), maar je kunt ook een bak maken van cement, beton of kunststof. Belangrijk is dat de bak hol en stevig is. Vergeet niet dat de aanvoerslang van de vijverpomp nog naar binnen moet. Leg deze alvast klaar en leg ‘m tijdelijk vast met een kei. In plaats van een bak kun je ook kiezen voor een waterschaal of een fontein. Of je kunt het water tussen keien laten opborrelen

  4. Vorm de beekloop

    Nu kun je het stroomgebiedje van het hoogste punt naar de vijver gaan maken. Vind je het lastig om dit zo uit de losse pols te doen, dan kun je de beekloop en het verval eerst uitzetten met touw. Ben je tevreden over het ontwerp, creëer dan een geleidelijk aflopende goot met aan beide kanten opstaande randen, zodat het water er niet overheen kan stromen. Net als de heuvel moeten de randen goed stevig zijn. Eventueel kun je ze verstevigen met cement, ingegraven kunststof borderstroken of verticaal ingegraven betontegels.
    Voor watervallen in de beekloop maak je op de gewenste plekken traptreden van zand. Verstevig de traptreden met verticaal ingegraven betontegels en - bij een hogere waterval - de wanden met hout of metselwerk.

  5. Bekleed met vijverfolie

    Leg in de handmatig gevormde goot en (als er geen bak) is in de oorsprong een beschermmat van vilt die de folie beschermt tegen schade door stenen en wortels. Bekleed vervolgens met een goede kwaliteit vijverfolie. Neem hiervoor rubberfolie van minimaal 0,8 mm dik. Leg de folie voor gebruik in een warm vertrek zodat het materiaal soepel is. Leg de folie vervolgens ruim (30-40 cm) over de randen. Dat werk je later weg.

  6. Werk alles netjes af

    Alles ligt. Tijd dus om de boel mooi te maken.
    • Werk de aanvoerslang vanuit de vijver weg onder het zand.

    • Pak de traptreden van de waterval aan. Leg een platte steen, bijvoorbeeld leisteen, horizontaal op de trede en laat ruim oversteken en iets naar beneden aflopen. Verberg de zichtbare folie door er een verticaal geplaatste steen of een stapel platte stenen, zoals gebroken trottoirtegels, tegenaan te zetten.

    • Werk de binnenwanden van de goot af met grote (basalt)keien of stenen. Stapel de stenen zorgvuldig op zodat de randen goed stabiel en stevig blijven en trek de vijverfolie met behulp van de stenen zo strak mogelijk tegen de binnenwanden van de beekloop.

    • Bedek alle zichtbare folie in de hele beekloop met (veel!) grind. Plaats ook hier en daar een grote kei voor een natuurlijker effect. 

    • Werk bekabeling voor eventuele verlichting, een buitenstopcontact of een frequentieregelaar voor de pomp weg langs de buitenranden van de beekloop.

    • Knip overtollig folie tot 10-15 cm langs de buitenranden van de beekloop af. De rest werk je weg met keien en grind, of tegels. 

    • Mondt de beekloop zonder waterval uit in de vijver, dan knip je de folie ruim af en lijm je deze vast aan de folie van de vijver. Als er wél een waterval uitmondt in de vijver dan moet je ervoor zorgen dat deze voldoende uitsteekt over de vijverrand, zodat er geen water naast de vijver terecht komt.

  7. Plaats de pomp

    Plaats de pomp op 1 meter diepte in de vijver (dan bevriest hij niet in de winter) en onder de uitstroom van de waterval. Hierdoor ontstaat zo weinig mogelijk waterbeweging, komt er geen koude onderstroom en wordt zoveel mogelijk water met rust gelaten. Plaats een tijdklok op de pomp zodat de pomp ’s nachts wordt uitgeschakeld. Fijn voor de buren en beter voor de micro-organismen in de vijver. Als de oorsprong en de beekloop goed droog zijn, kun je de pomp aan zetten.

  8. Breng de beplanting aan

    Je kunt nu genieten van je zelfgemaakte, maar kale(!) waterval. Zonder beplanting is er weinig natuurlijks aan de waterval. Plaats daarom zo veel mogelijk planten in het water - bijvoorbeeld langs de zijkanten van de beekloop - en op de oevers. Poot je planten in het water, zorg dan dat je ze tussen (basalt)keien plant. Leg eerst een laagje grind (om te zorgen dat het water kan doorstromen), daarop tuinbouwvliesdoek en vijveraarde, waarin je de planten poot. Vervolgens dek je de vijveraarde af met grof rivierzand of heel fijn aquariumgrind.

    Vrijwel alle soorten vochtminnende planten zijn geschikt om in of langs een beekloop te plaatsen. Denk aan penningkruid, hosta’s, veenpluis, groot hoefblad, dotterbloem, watermunt en moeraswederik. Voor de overgang van de waterval in de vijver kun je drijvend fonteinkruid of waterranonkel gebruiken.

Do's

  • Van tevoren goed bedenken hoe je wilt dat de waterval eruit komt te zien. Zo voorkom je dat je na afloop nog bekabeling voor verlichting moet aanbrengen.
  • Zorgen dat de oorsprong en de beekloop stevig genoeg zijn om het water aan te kunnen.
  • De beekloop uitzetten met een touw.
  • Een goede kwaliteit folie gebruiken.
  • Veel planten langs de oevers poten.

Don'ts

  • Te weinig grind gebruiken op de bodem van de waterval; dat ziet er armoedig uit.
  • De pomp midden in de vijver plaatsen.

Bron

Schonevijver.nl en Het Ada Hofman Vijverboek, Kosmos Z&K Uitgevers, ISBN 9789021540160

Meer uitleg

Hoedoeners in de spotlight
Renate Boogvrouw
Lid sinds: 11 april 2008
Aantal Hoedoes: 15
Irene de Vette
Lid sinds: 19 juni 2008
Aantal Hoedoes: 78
Noortje van Dorp
Lid sinds: 9 mei 2008
Aantal Hoedoes: 125
Wil je ook schrijven voor Hoedoe?
Meld je aan!