Persoonlijke hulpmiddelen
Home » Computers » Internet » Websites » Hoe schrijf ik een webtekst
5

Hoe schrijf ik een webtekst

Document acties
  • Tijdshoeveelheid 30 dagen
  • Moeilijkheidsgraad: uitdagend
Als schrijver voor het internet is je verhouding met lezers net iets anders dan bij andere media. Waar moet je op letten? Welke stijl gebruik je en welke dingen worden vaak over het hoofd gezien? Online copywriter Aartjan van Erkel deelt zijn visie en ervaringen: ‘Happy talk must die’!

Hoedoe door: Erik Weijers

Bekijk het profiel van Erik Weijers
Aantal Hoedoes: 42


Benodigdheden

  • Computer met internetverbinding
  • Website met content management system

Stappen

  1. Schrijf beknopt

    Te veel woorden staan alleen maar ruimte in te nemen. Ze zijn als je er goed naar kijkt ‘dor hout’. Weinig dingen geven zo’n goed gevoel als het snoeien hierin! Denk aan vage woorden of aanloopjes: ‘Gesteld kan worden dat… met betrekking tot… is er sprake van…’ Meestal kun je dit soort constructies gewoon schrappen. Het bijkomend voordeel is dat de zinslengte op een natuurlijke manier korter wordt.

    Ook erg vermoeiend voor de lezer: inleidingen en welkomstwoordjes, meestal op de homepage. Online copywriter Aartjan van Erkel: "Ken je het credo van Steve Krug: Happy talk must die? Happy talk, dat zijn dus die introductietekstjes die gaan over hoe welkom de lezer wel niet is of wat er op de site allemaal te vinden is. Ik kwam laatst op een pagina van een bouwmarkt waar stond: welkom op de site van [naam van de bouwmarkt]. Maar ik weet al dat ik op de site van die bouwmarkt ben! En het zou toch gek zijn als ik niet welkom was, dus dat hoef je me ook niet te vertellen. Begin liever iets met iets wat ik nog niet weet."

  2. Behandel één onderwerp per alinea, kernzin vooraan

    Kom snel ter zake! Voor alinea’s in webteksten geldt nog strikter wat voor alle alinea’s geldt: ze hebben één onderwerp en als het kan staat de kernzin vooraan. Dit is dus anders dan wat je soms leest in alinea’s in lange verhalen of in achtergrondartikelen in de krant. Daar wordt vaak een aanloopje genomen, bijvoorbeeld met een sfeerimpressie. Voor teksten op het internet geldt echter dat lezers geen geduld hebben om zich door regels inleiding heen te lezen: ze scannen de tekst op relevante informatie. Aartjan van Erkel: "Uit onderzoek blijkt dat mensen in een F-vorm de pagina scannen. Eerst verticaal langs de linkerkantlijn, dan de bovenbalk horizontaal en vervolgens nog een beetje rechts halverwege de pagina. De rechte lijn gaat langs alle eerste woorden van de alinea. Daarom moet je als schrijver van een webtekst niet alleen de kernzin vooraan zetten, maar ook de kernwoorden. Prikkelende woorden die de essentie weergeven. Als je begint met – ik noem maar iets ouderwets - datum en correspondent, dan mis je al een kans om de lezer te grijpen."

  3. Schrijf duidelijke tussenkopjes

    Tussenkopjes in webteksten zijn informatief en duidelijk. In lange tijdschriftartikelen zie je soms cryptische tussenkopjes. Probeer dit echter te vermijden. Van Erkel: "Ik zeg altijd: beter saai duidelijk dan spannend cryptisch. Duidelijkheid is een service aan de lezer. Op het moment dat je hem laat twijfelen – wat betekent dit? – is hij daarmee niet geholpen. Ik was laatst op een website van een regionale tv-zender. De kopjes daar waren bijvoorbeeld L1NWS en L1SPRT. Het kostte me even voordat ik doorhad dat het over de Limburgse TV- en radiozender Limburg 1 ging, die in die alinea iets over nieuws respectievelijk sport te melden had."

  4. Maak opsommingen

    Een opsomming leest fijner dan een stuk lopende tekst. Als schrijver sla je twee vliegen in één klap. Je schrijft overtuigender en het kost minder woorden. In lopende tekst ben je namelijk veel energie kwijt aan het verbinden van zinnen met signaalwoorden (behalve, naast, bijvoorbeeld). Van Erkel: "Ook voor opsommingen geldt dat de eerste woorden het belangrijkst zijn. Begin dus liever niet met een lidwoord. Nummering van een lijstje werkt nog beter dan losse puntjes. Drie is daarbij het mooiste aantal en als dat niet kan vijf. Dat is een oude copywriterswet. Gebruik liever niet meer items dan vijf. Als dat toch nodig is, maak dan per item een paar kernwoorden vet. Als er lengteverschil zit in de items, werk dan van kort naar lang."

  5. Schrijf prikkelend en actief

    Lezers van webpagina’s die zich vervelen, zijn zo vertrokken. Voorkom dit door ze te prikkelen met woorden die een emotionele lading hebben. Woorden die iets doen met je hartslag. Van Erkel: "Bepaalde woorden zijn niet voor niets al eeuwen in zwang. Woorden als succes, gratis, korting zijn niet origineel, maar hebben nog steeds hetzelfde hypnotische effect op lezers. Aarzel niet om ze te gebruiken." Elk rationeel woord heeft een emotionele tegenhanger die ongeveer hetzelfde betekent maar de lezer meer prikkelt. Gebruik dus niet ‘beschouwen’ maar: ‘zien’. Niet ‘recentelijk’ maar ‘laatst’. Niet ‘accelereren’, maar ‘versnellen’. Gebruik ook de actieve vorm in plaats van de lijdende. Schrijf niet: 'Dit kan gedaan worden met...'. Maar: 'Je doet dit met...'. Dat leest lekkerder en je spreekt de lezer ook aan (zie stap 6).

  6. Zorg voor een consequente aanspreekstijl

    Lezers willen het gevoel hebben dat er een persoon staat achter de teksten. Zelf willen ze ook als mens behandeld worden. Bij webteksten is dat extra belangrijk omdat het, in tegenstelling tot bij bijvoorbeeld boeken, niet altijd duidelijk is wie de auteur is. Van Erkel: "Als je als lezer op een herkenbare en consequente manier wordt aangesproken, heb je het gevoel dat er echte mensen achter de site zitten. Wees zorgvuldig en consequent in de aanspreekstijl. Ik was laatst op een homepage waar binnen dezelfde alinea de lezer met u en jij werd aangesproken. Dat is een extreem voorbeeld. Wat je vaker ziet, is dat de content van een site op verschillende plaatsen een heel andere tone of voice heeft. Zelf vind ik disclaimers heel ergerlijk. Heeft een bedrijf veel moeite gedaan om warm en persoonlijk te zijn, komt er ineens zo’n kille disclaimer met de boodschap: wij zijn niet verantwoordelijk voor wat er op deze website staat. Schandalig toch? Om die reden heb ik voor een klant laatst een proclaimer ontwikkeld, een tekst met een veel positievere boodschap."

  7. Schrijf handelingsgericht

    Het doel van de meeste sites is dat de bezoekers iets gaan doen. Of dit nou het kopen van dingen is of zich abonneren op een nieuwsbrief. Maak dus altijd duidelijk wat je wilt dat bezoekers gaan doen. Aartjan van Erkel: "Mensen komen op je pagina om vlug iets uit te zoeken of te regelen. Als lezer moet je meteen een antwoord krijgen op vragen als: Wat is dit voor site? Wat hebben ze hier? Wat kan ik hier doen? Waar moet ik beginnen? Waarom moet ik hier zijn en niet bij de concurrent? Een voorbeeld van hoe het niet moet: een detacheerder had een eerste ontwerp voor de nieuwe website. Het viel me op dat op de pagina voor professionals wel een heleboel informatie stond, maar geen call to action. Er stond met andere woorden geen knop of link waardoor ik me snel kon inschrijven of mijn cv uploaden. Kortom, makers van websites vinden het al genoeg om te informeren. Ze denken nog te weinig na over wat ze willen bereiken met een website. Eenvoudige tekstuele middelen kunnen daarbij helpen. Bijvoorbeeld het plaatsen van een goede tagline/logobijschrift. Ik zie nog te veel sites met geen of een vage tagline. Onder Marktplaats.nl staat sinds kort ‘Gemaakt voor elkaar’. Nogal vaag. Voor Marktplaats is dat niet zo erg, want bijna iedereen kent dat merk. Maar vooral voor minder bekende bedrijven is een goede tagline heel belangrijk."

Do's

  • Schrijf informeel en persoonlijk: gebruik normale taal

Don'ts

  • Webteksten schrijven alsof het ouderwetse advertentieteksten zijn
  • Het gebruik van 'Corporatespeak': woorden als beheersmaatregelen en aanvliegen

Bron

Aartjan van Erkel