Hoe beveilig ik mijn draadloos netwerk

Hoedoe door: Bastienne Wentzel

Bekijk het profiel van Bastienne Wentzel
Aantal Hoedoes: 59

Benodigdheden

• computer met draadloos netwerk

Stappen

1. Versleutel de informatie

   Digitale informatie gaat in pakketjes over het netwerk, door een draad of in het geval van een draadloos netwerk, door de lucht. Encryptie ofwel versleuteling zorgt ervoor dat die pakketjes informatie niet door allerlei apparaten zomaar kunnen worden geopend. Om toegang te krijgen tot de data moet je eerst een sleutel ofwel een wachtwoord invoeren. Geef je de verkeerde sleutel, dan blijft de deur tot de informatie gesloten voor het apparaat.

   Net zoals bij sloten op deuren en ramen zijn er voor het vergrendelen van digitale informatie diverse soorten versleuteling mogelijk. De één is wat veiliger dan de ander. WPA2-encryptie is op dit moment de meest gebruikte. WEP wordt gebruikt door wat oudere computers.

   Stel WPA (of WEP) dus in op je draadloos netwerk. Meestal moet je tijdens de installatie van je router aangeven dat je WPA wilt gebruiken. Daarbij vul je een zelfgekozen wachtwoord in. Een woord of zin is goed, maar nog veiliger is het om een willekeurige reeks letters en cijfers (met hoofd- en kleine letters) te nemen.

   Vergeet het wachtwoord niet! Schrijf het op en bewaar op een veilige plaats. Daarna moet je je computer vertellen dat het gebruik moet maken van de WPA-encryptie. Daarvoor open je de draadloze verbinding. Hoe dat moet hangt af van je besturingssysteem. In diverse versies van Windows kun je klikken op het icoon van de netwerkverbinding in de balk rechtsonder. Selecteer de juiste netwerkverbinding en open 'Eigenschappen'. Daar kun je het juiste wachtwoord invullen.

2. Zorg dat je netwerk zich stil houdt

   Ieder draadloos netwerk heeft een eigen naam, ook wel SSID. Dat is de naam die je er bij de installatie zelf aan hebt gegeven, bijvoorbeeld 'mijnhuis' of 'dorpsstraat1'. De router stuurt die naam voortdurend de lucht in zodat andere apparaten in de omgeving verbinding kunnen maken. Het nadeel van dit broadcasten is dat ook apparaten die niet in jouw netwerk zitten het kunnen detecteren. Bijvoorbeeld de buren of iemand die door de straat loopt. Zet daarom het broadcasten uit op het moment dat al je draadloze apparaten zijn geïnstalleerd. Zij kennen het netwerk dan al, en andere apparaten kunnen je netwerk moeilijker vinden.

3. Filter op de naam van je router

   MAC-filtering is een derde methode die verhindert dat apparaten van buitenaf contact maken met jouw draadloze netwerk. Ieder netwerkapparaat heeft van de fabriek een unieke naam meegekregen die bestaat uit een code van twaalf tekens. Deze code kan gebruikt worden om een apparaat toegang te verlenen tot jouw netwerk. Apparaten met andere codes kunnen worden geweigerd.

   Open de webpagina van de router in je browser, bijvoorbeeld door er met de rechtermuisknop op te klikken en 'webpagina openen' te kiezen. Als je het IP-adres weet van de router kun je het adres ook rechtstreeks in je browser intikken door http://(IPadres) te typen. Soms kan je de instellingen ook wijzingen via de software op de meegeleverde DVD van de router.

   Op de webpagina kies je 'MAC address filtering'. Je kunt vervolgens een lijst invullen van MAC-adressen die toegang krijgen tot jouw netwerk, of je kunt apparaten uitsluiten. Vergelijk het met een lijst van genodigden op een feest. Het MAC-adres van een apparaat dat je toegang wilt geven vind je via de opdrachtprompt (in Windows via Bureauaccesoires). Typ  'ipconfig /all' in het venster (achter c:\). Bij 'Fysiek adres' staat de code die je zoekt.

4. Beveilig je router

   Op je router zelf kun je ook een wachtwoord plaatsen. Open de webpagina van de router zoals hierboven beschreven. Log in met het fabriekswachtwoord als dat er is, meestal iets als 'admin'. Kies de optie 'administration' of iets wat daarop lijkt en wijzig het wachtwoord. Vergeet het wachtwoord niet en bewaar het op een veilige plek.

5. Installeer een firewall

   Je router heeft een firewall, een virtuele muur die je netwerk beschermt tegen veel voorkomende aanvallen van bijvoorbeeld virussen of hackers die proberen in te breken in je netwerk. Standaard staat de firewall aan en het is aan te raden dat zo te laten. Daarnaast heeft je operating system (Windows, MacOS, Linux of een andere) meestal ook een firewall-functie. Zet die ook aan.

6. Gebruik antivirussoftware

   Voor alle computers die op internet zijn aangesloten geldt: een virus is zo opgelopen ondanks een firewall. Het is daarom essentiëel dat je zorgt voor goede antivirus-software. Er zijn prima gratis programma's beschikbaar zoals AVG Free. Deze beschermen je niet alleen tegen virussen die via je e-mail of andere programma's binnendringen, maar ook tegen spyware, malware en adware. Dat zijn programma's die ongevraagd op je computer rondkijken, gegevens verzamelen en misbruiken of ongewenste advertenties laat zien. Houd je antivirussoftware actueel door regelmatig (automatisch) de updates te installeren.

Do's

• Denk goed na over een veilig wachtwoord dat niet makkelijk te raden is

Don'ts

• Denken dat ze jouw netwerk nooit zullen misbruiken
• Voor alles hetzelfde wachtwoord gebruiken

Meer uitleg

• Hoe werkt een firewall?